Goochelaar – je kijkt ernaar en alles wordt raar

Je staat erbij en je kijkt ernaar. En je hebt echt geen flauw idee hoe de illusionist jouw creditcard uit zijn mouw tovert. Zakkenrollen is een van de tricks die een goede goochelaar kan als geen ander. Een kwestie van vingervlug zijn en de aandacht zo manoeuvreren dat hij zijn kleine diefstalletjes kan plegen zonder opgemerkt te worden. Goochelen wordt wel gezien als een kunstvorm, eentje waarbij onmogelijke zaken toch mogelijk blijken. Of in elk geval daar alle schijn van krijgen. Tegenwoordig treden kundige goochelaars op bij particuliere en bedrijfsfeesten en beklimmen ze het podium voor algemeen publiek. Vroeger was het een straatgebeuren. Mensen werden voor de gek gehouden op manieren die ze niet voor mogelijk hielden. En de verbazing en verrassing die daaruit voortkwamen, maakten de magiër tot een bijzonder iemand. 

Zaken die meer doen dan vermaken

Nog steeds waait de aandacht weg van de schermpjes van mobiel en tablet als er een goochelaar langskomt. Sommige dingen zijn alleen fysiek leuk. Het blijft bijzonder om te zien hoe de illusionist met speelkaarten en doeken, met balletjes en ringen zijn magische wereld gestalte geeft. En op momenten een halve boerderij tevoorschijn tovert: konijnen uit de hoed en duiven uit de doeken. Sommige goochelaars lijken er als nevenberoep het vuurvreten op na te houden. Of gaan chirurgisch aan de slag met een zaag om een dame door te snijden.

De goochelaar als verbinder

Bedrijven en organisaties hebben inmiddels door dat het uitnodigen van een illusionist op presentaties of bedrijfsfeesten een mooi middel is om bonding te krijgen tussen medewerkers. Met andere woorden: de bedrijfscultuur sterker maken, meer gemeenschapszin bij het personeel te genereren. Want samen de kunstjes van een goede goochelaar meemaken is ook samen verbazen en genieten. En een op elkaar ingespeeld personeelsteam functioneert gewoon beter. Een paar goocheluurtjes kan dat effect hebben. 

Gevaarlijk beroep?

Er zijn eigenlijk twee soorten illusionisten. De magiër die zijn eigen trucs bedenkt en uitvoert vind je niet vaak meer. Wel de geslepen goochelaars die bij gespecialiseerde zaken hun trucs vandaan halen en net zolang oefenen tot zij die meester zijn. Goochelen is geen toveren maar de scheidslijn is soms dun. Toveren hoort bij sprookjes en goochelen bij de dagelijkse realiteit. Vroeger was die scheiding minder aanwezig. Deed je iets onverklaarbaars dan kon je zomaar beticht worden van zwartekunst en het gevang in gaan. Of erger nog: op de brandstapel of aan de galg terechtkomen. Zelfs nu is het in delen van de wereld niet verantwoord om je goocheltrucs te vertonen. Zo heeft Saoedi-Arabië nog altijd het decreet dat iets snel hekserij is en dat je daarvoor met de dood beboet mag worden. 

Elke goochelaar z’n eigen niche

Goochelaars komen in allerlei soorten en maten. Of beter gezegd, er zijn echte specialismes die sommige illusionisten beter uitvoeren dan andere. De volgende types kun je tegenkomen:

• Toverende clowns

• Illusionisten

• Mentalisten (voorspellers van gedrag)

• Specialisten in acts (onderwater, verdwijnen)

• Close-up goochelaars (acteren in nauw contact met het ‘slachtoffer’)

Goochelaars die uitmuntend kunnen zakkenrollen, hebben een streepje voor. Zij kunnen acts uitvoeren waarbij het slachtoffer meerdere keren achter elkaar zich verbaast over wat de goochelaar allemaal ongemerkt van hem af heeft kunnen pakken.